tick, tick… BOOM!
Plot
Jonathan Larson (Andrew Garfield) is een muzikant en toneelschrijver die in New York woont in de jaren 80. Hij heeft weinig geld, weinig succes, maar heel veel passie voor musicals. Rond zijn 30ste verjaardag krijgt hij de kans om zijn ideeën uit te werken in een workshop en eindelijk de hit-musical tot leven te brengen die hij altijd al had willen schrijven. De film volgt zijn creatieve proces en hoe Larson zijn privéleven met zijn carrière probeert in balans te houden.
Wanneer wil je de film kijken?
Als je houdt van musicals is dit een duidelijke aanrader. Mocht je niet van musicals houden, dan denk ik nog steeds dat deze film genoeg goed acteerwerk heeft om de kijker enthousiast te maken. Voor elke Andrew Garfield fan is dit een geweldige film omdat hij zich van zijn beste kant laat zien en horen.
Recensie:
Het was genieten van begin tot einde. De energie was hoog en het tempo zat er goed in de hele tijd. Elke keer als ik de film iets te lang stil vond staan werd er snel gesneden en ging je naar een ander deel van de film. Het is gebaseerd op een semi-autobiografisch toneelstuk, een "rock monoloog" van dezelfde naam als de film, die door Jonathan Larson in 1991 zelf werd uitgevoerd. Andrew Garfield zet Larson ook neer als een echt persoon. Dromerig, paniekerig over zijn leeftijd, maar geniaal in zijn muziek. De film is een geromantiseerde vertelling van het levensverhaal van Larson tijdens zijn eerste poging een Broadway hit te schrijven, aangevuld met muziek uit het toneelstuk tick, tick… Boom! In allebei de vertelstructuren wordt een verhaal aan de kijker verteld, maar één vanuit de eerste persoon, en één vanuit de derde persoon. De verfilming van het originele tick, tick ... BOOM! vond ik een goede vondst om het tempo erin te houden. Ik zag de liefde en passie voor Larson van de regisseur Lin-Manuel Miranda echt terugkomen in de film, en ik geloof dat Miranda ook veel potentie laat zien in zijn regiedebuut.
Spoiler analyse
Regie
Lin-Manuel Miranda heeft een aanstekelijke liefde voor musicals, en dit schrijft hij zelf toe aan Jonathan Larson. Toen Miranda Rent voor het eerst zag op Broadway was hij geïnspireerd om zelf contemporaine musicals te schrijven, wat hem uiteindelijk leidde naar zijn eigen Broadway debuut: In the Heights. Het is dan ook passend dat zijn eerste film in de regisseursstoel over het leven van RENT-schrijver Larson gaat. Je ziet dat er passie is, en liefde voor de hoofdrolspeler. De film zit strak in elkaar en Miranda weet voor mij steeds op het juiste moment scènes af te kappen. Ik vond de musical nummers vooral geslaagd, en hier zie je ook de ervaring van Miranda als een musical regisseur goed terugkomen. De hoogtepunten waren duidelijk de Moondance diner-scène, waar Miranda laat zien dat hij bijna heel de spelers op Broadway persoonlijk kent en zelfs in een pandemie op kan trommelen om in 1 scène te spelen. De nummers zijn daarnaast goed in beeld gebracht, bijna als een muziekvideo. Een tweede hoogtepunt vond ik het spontane a-capella lied gezongen door Andrew Garfield. Miranda weet echt een goede prestatie uit Garfield te halen, en ik kan niet wachten om te zien wat hij hierna regisseert.
Acteerwerk
Jonathan Larson (Andrew Garfield) voelt realistisch en als iemand die je morgen tegen zou kunnen komen op straat. Zijn frustraties als artiest zijn mogelijk soms wat ‘first-world-problem’-achtig, maar juist daarom voel je dat het iemand is die middenin het leven staat. Dat egoïsme zie je later ook terug in de relaties met Susan (Alexandra Shipp) en Michael (Robin de Jesus). Andrew Garfield verkoopt Larson echt als een gefrustreerde in zichzelf gekeerde artiest die worstelt met wat hij wil en wat hij kan. De passie springt van het scherm, en de emotie beheerst Garfield ook heel goed. Mogelijk is hij hier beter dan ik hem ooit heb gezien. Zijn zingen is ook uitmuntend. Het is niet perfect, en zit soms misschien op een randje, en daardoor krijgt het een live uitstraling.
Alexandra Shipp en Robin de Jesus spelen allebei mensen die uiteindelijk teleurgesteld worden door Larson, wat ze erg goed doen. Je voelt met ze mee, en daarom voel je ook dat Larson af en toe een lul kan zijn. Dit is nog een niveau van realisme. De film had makkelijk een heldenverering kunnen zijn, maar door meerdere kanten te belichten van Larson wordt het een driedimensionaal geheel.
Om nog even een cameo-lijst door te nemen:
.Musicalsterren Kate Rockwell uit Mean Girls, Howard McGillian uit The Phantom of the Opera, Philipa Soo en Renée Elise Goldsberry uit Hamilton, Chita Rivera en Bebe Neuwirth uit Chicago, Adem Pascal en Daphne Rubin Vega uit Rent, André de Shields uit Hadestown, Gizel Jeménez uit Wicked. Dit zijn alleen de mensen die ik met mijn zeer beperkte kennis kon zien in het voorbijgaan, maar het waren vooral veel cameo rollen die allemaal prima deden wat ze moesten doen. Echt speciaal waren de rest van de supporting actors niet, behalve Bradley Whitford als Stephen Sondheim. Hij speelt ook een redelijk serieus en geplaagd genie, waardoor je hem als een voorbeeldfiguur kan zien voor Larson.
Script
De wisseling tussen het toneelstuk en de film waren dus een positief element in het script, en de musicalstukken waren duidelijk goed uitgeschreven van tevoren. Hoe Larson door veel first-world-problems heen gaat en daarmee zijn aandacht voor vrienden verliest vond ik ook sterk. Het geeft maar aan dat iedereen toch een beetje in zijn eigen wereldje leeft, ongeacht goede intenties. Ik vond de focus op aids ook nogal sterk, vooral als je kijkt naar de musical Rent die nog geschreven moest worden. Dat dit thema centraal aan bod komt laat zien dat Larson doorgaat met schrijven en dingen pakt die uit zijn leven gegrepen zijn. Dat maakt het verhaal persoonlijker. Het is dus een hele goede verfilming van een musical, die genoeg nieuwe elementen pakt om er echt een film van te maken.
Publicatiedatum: 01-02-22